Vandaag gaf ik les aan een leuke groep cursisten die de basiscursus CGT volgen. Ondanks dat de cursus geheel online wordt gegeven is er een prettige sfeer in de groep ontstaan en een – zoals psychologen dat graag noemen – ‘veilig klimaat’ waarin er persoonlijke ervaringen worden gedeeld en kwetsbaarheden besproken. Als docent vind ik dit een enorme meerwaarde. Naast alle inhoudelijke kennis die er in de cursus voorbij komt over cognitieve gedragstherapie en de verschillende DSM stoornissen, is het namelijk minstens net zo belangrijk dat je jezelf als therapeut goed leert kennen, inzicht krijgt in je eigen sterke en zwakke punten en handvatten krijgt over hoe hiermee om te gaan.
Naar aanleiding van het thema burn-out ontstond er een mooi gesprek waarin cursisten hun onzekerheden deelden over het aangeven van grenzen, omgaan met werkdruk en de soms onrealistische eisen die er vanuit de organisatie gesteld worden. Zo kwamen ook de woorden ‘productie’, ‘targets’ en ‘declarabel’ voorbij en de invoelbare stress en onzekerheid die dat op kan roepen.
Jezelf uit blijven spreken
Ik, als inmiddels ervaren therapeut, loop er in mijn eigen praktijk tegenaan dat een veel te groot deel van mijn tijd opgaat aan administratie en regelzaken zoals boekhouding die door de steeds veranderende regels steeds ingewikkelder en tijdrovender worden. Maar door de jaren heen heb ik geleerd hiermee om te gaan en mijn tijd efficiënt in te delen. Hierdoor kan ik zoveel mogelijk tijd besteden aan hetgeen ik leuk vind aan mijn werk en waarvoor ik geleerd heb, namelijk cliëntenzorg. Anders had ik net zo goed boekhouder kunnen worden.
Maar hoe frustrerend moet het zijn als je als beginnend therapeut telkens te horen krijgt dat je efficiënter, productiever en declarabel moet werken. Vooral wanneer je nog aan het leren bent en je daardoor dus meer tijd nodig hebt voor zaken als rapporteren. Met daarbij ook nog in je achterhoofd dat je die opleidingsplek wilt en je die misschien wel misloopt als je je te mondig opstelt.
We discussieerden er als groep over wat je nu het beste moet doen: met de stroom meegaan of je blijven uitspreken en je grenzen aangeven. Ondanks dat het spannend kan zijn en je leidinggevende je mogelijk lastig vindt, was de conclusie dat het goed is jezelf uit te blijven spreken en het aan te geven als je teveel werk in te weinig tijd moet verrichten. Net als onze cliënten lopen ook wij als hulpverleners het risico op een burn-out en is het goed hier alert op te zijn. Je moet immers nog best een tijdje werken.
We eindigden de les positief door uit te spreken hoe leuk en waardevol het is om met collega’s te praten over moeilijkheden in ons vak en elkaar van tips te voorzien over hoe je bijvoorbeeld in weinig tijd toch kwalitatief goede huisartsbrieven kunt schrijven. Voor mezelf maken dit soort lessen waarin je soms even afwijkt van het programma het werk als docent uitdagend en interessant. Bovendien leer ik ook veel van mijn leuke cursist-collega’s.
Zelfonthulling als docent of professional
Als docent of hulpverlener is het soms ook best spannend om aan ‘zelfonthulling’ te doen. Zo deelde ik bijvoorbeeld met mijn groep dat ik zelf ook behoorlijk veel stress kan ervaren me kan verliezen in oneindige to-do lijsten. Gelukkig werden mijn ontboezemingen gewaardeerd en wakkerde het interactie aan van de deelnemers. Meer mensen durfden zich openlijk uit te spreken over de moeilijkheden die zij ervaarden. Zelfonthullingen zijn krachtige interventies die een grote impact op de therapeutische relatie en het proces van de cliënt kunnen hebben (Schellbacher & Leijssen, 2008).
Literatuurlijst
- Schnellbacher, J., & Leijssen, M. (2008). Kenmerken van helpende zelfonthulling. Tijdschrift voor Psychotherapie, 34(1), 27–44. https://doi.org/10.1007/bf03078397