Jim van Os

Psychologische hulp een ‘lifestyle-ding’? Allesbehalve, zegt psychiater Jim van Os

Op de mentale zorg wordt te snel een beroep gedaan, betoogt psychiater Damiaan Denys in De Volkskrant. Hij stelt dat er gevoelens worden gepathologiseerd die inderdaad ongemakkelijk zijn, maar bij het leven horen. Psychologische hulp is volgens hem een ‘lifestyle-ding’ geworden. Psychiater Jim van Os pleit echter voor een nuancering hiervan. “Het patroon van ggz-gebruik in Nederland richt zich sterk op de meest ernstige vormen van psychisch lijden dat ontstaat bij mensen die leven in de meest gedepriveerde sociale omstandigheden. Allesbehalve ‘lifestyle’, dus.

In het artikel in De Volkskrant beweert Denys dat psychologische therapie een ‘lifestyle-ding’ is geworden. ‘Wie is er niet in therapie?’ zegt Denys. ‘We vertrouwen niet meer op onze eigen kracht om met problemen te dealen …’ Herken jij het beeld dat wordt geschetst?

“In het artikel doet Denys sterke uitspraken over het “lifestyle” ggz-gebruik in Nederland, maar vertelt niet op welke data die zijn gebaseerd. Uit onze analysen1, 2, 3, 4, 5, 6 van het Nederlandse ggz-gebruik blijkt dat het percentage Nederlandse volwassenen dat jaarlijks gebruik maakt van de ggz ongeveer 8% is. Uit Nederlands populatieonderzoek1, 2 weten we dat ongeveer 20% van de volwassen Nederlanders jaarlijks diagnosticeerbaar is met een psychische stoornis. Dus, is 8% ggz-zorggebruik  in dat opzicht excessief veel? Dat lijkt me niet.”

“Uit onze analysen4, 5, 6 blijkt tevens dat er voor ggz-zorggebruik, in tegenstelling tot medisch-specialistisch zorggebruik, een zeer sterke sociaaleconomische gradiënt is, met 200% tot 400% verschil in ggz-gebruik tussen gebieden met de minste en de meeste sociaaleconomische deprivatie. De data laten zien dat toenemende sociaaleconomische deprivatie gepaard gaat met een sterke toename in complexe zorg ten opzichte van niet-complexe zorg, van klinische behandeling ten opzichte van ambulante behandeling, en van behandeling van ernstige psychische aandoeningen ten opzichte van minder ernstige problematiek.”

“Bovendien gaat de sociale gradiënt van ggz-zorggebruik gepaard met een toenemende overlap met sociale zorg via de gemeente. Met andere woorden; het patroon van ggz-gebruik in Nederland richt zich sterk op de meest ernstige vormen van psychisch lijden, dat ontstaat bij mensen die leven in de meest gedepriveerde sociale omstandigheden. Allesbehalve ‘lifestyle’ dus.”

Denys geeft ook aan dat het normale lijden, verdriet en falen niet meer wordt geaccepteerd. De maatschappij verwacht van alles van ons en falen is geen optie. Zoals Denys het zelf zegt: ‘De enige legitimatie voor het normale falen zou nog het pathologiseren zijn: ik heb geen verdriet, maar een depressie, mijn zoon is niet vervelend, hij heeft adhd. Zo komen mensen massaal in dat hele ggz-systeem terecht.’

“Onderzoekers vermoeden inderdaad dat veel van de sociale problematiek die het ggz-zorggebruik drijft, te maken heeft met een neoliberale samenleving waar succes wordt voorgesteld als een ‘keuze’, waar alles steeds sneller, efficiënter en competitiever moet op de vierkante millimeter, en waar de bandbreedte voor wat we willen beschouwen als normale mentale variatie steeds verder afneemt. We moeten echter oppassen niet te vervallen in ‘blaming the victim’ , met verhalen dat mensen massaal onterecht hulp zouden zoeken voor psychisch lijden.”

Jim van Os

‘De uitdaging is niet om mensen de deur te wijzen, maar om een ggz in te richten die functioneert als een ecosysteem waarin persoonlijke leerprocessen worden gefaciliteerd en sociale weerbaarheid wordt bevorderd – in nauwe samenwerking met het sociaal domein.’

“In werkelijkheid gaat psychisch lijden over een lang, pijnlijk en persoonlijk leerproces om zoveel mogelijk “je ding” te kunnen doen, ondanks een meer dan gemiddelde psychische gevoeligheid en sociale problematiek. We moeten deze mensen echter niet de deur wijzen. De uitdaging is juist om een ggz in te richten die functioneert als een ecosysteem waarin persoonlijke leerprocessen worden gefaciliteerd en sociale weerbaarheid wordt bevorderd – in nauwe samenwerking met het sociaal domein.”

Hoe ziet zo’n Ecosysteem Mentale Gezondheid er uit?

“Onze definitie van het ecosysteem luidt als volgt: Het netwerk dat alle competenties en handelingsperspectieven bij elkaar brengt die nodig zijn om verandering en perspectief te faciliteren, dwars door de verschillende contexten van psychisch lijden heen, in een levend en lerend systeem van samenwerking, gebaseerd op een gedeelde visie van psychisch lijden.”

“Het Ecosysteem Mentale Gezondheid kent 13 componenten (zie  1.), die Myrrhe van Spronsen en ik nader beschrijven in ons boek: We zijn God niet. Een pleidooi voor een nieuwe psychiatrie van samenwerking. Het uitgangspunt is dat niet de hulpverlener de waarheid in pacht heeft, maar dat die in gezamenlijke samenwerking met de hulpvrager gevonden wordt. Autonomie van de patiënt, bewustzijn en cocreatie zijn hierbij belangrijke onderwerpen.”

Ecosysteem Mentale Gezondheid

Figuur 1. Het Ecosysteem Mentale Gezondheid met de 13 onderliggende kernwaarden

Dat klinkt als een interessant samenwerkingsmodel. Hoe vertaalt zoiets zich naar de praktijk?

“Het Ecosysteem Mentale Gezondheid wordt uitgevoerd in projectvorm als een social trial dat op verscheidene plekken in Nederland van start zal gaan. Het model beschrijft hoe de meta-kenniscomponenten uit de psychiatrie, psychologie en ervaringsdeskundigheid, inzake het proces van ‘beter worden’ bij psychisch lijden, elkaar steeds meer vinden in een benadering die uitgaat van het activeren van zelflerend / zelfherstellend vermogen op basis van relationeel werken, social holding en sociaal ondernemen. Alleen hoe organiseer je dat in een functioneel systeem van de ggz, die samenwerkt met het sociaal domein?”

Hoe organiseer je zoiets in de praktijk, dat is een goede vraag. Zijn hier al ideeën over?

“In een 4-jarig experiment willen we helpen aantonen dat het grootste deel van de mensen met gevoeligheid voor psychisch lijden baat hebben bij een gedifferentieerde, onder eigen regie tot stand te brengen verwijzing naar een breed palet van interventies, waaronder: ervaringsdeskundige-, publieke-, online- en groepsbenaderingen – naast social holding en sociaalondernemingsgerichte. Het experiment omvat ook onderzoek naar een structureel bekostigingsmodel op basis van een integrale samenwerking tussen alle betrokken partijen in de keten.”

“Laten we hopen dat een Ecosysteem Mentale Gezondheid kan helpen om misverstanden over de ggz, zoals onder andere verwoord door psychiater Damiaan Denys,  te voorkomen.”

Jim van Os

Prof. dr. Jim van Os

Jim van Os is voorzitter van de Divisie Hersenen, UMC Utrecht. Hij is tevens verbonden als Visiting Professor Psychiatric Epidemiology aan het Institute of Psychiatry te Londen. In 2016 werd hij benoemd tot Fellow van King’s College London. Daarnaast is hij auteur van meerdere boeken; ‘De DSM-5 Voorbij‘ , ‘Goede GGZ!‘ (samen met Philippe Delespaul e.a.) en ‘We Zijn God Niet‘ (samen met Myrrhe van Spronsen).

Categorie: Interview

Naar kennisbank