Veel intakegesprekken focussen zich op de problematiek van de cliënt. De focus ligt op pathologie en wat er mis is met de cliënt. Met een vergrootglas wordt gekeken naar de problemen, tekortkomingen en beperkingen. Diagnoses zijn vaak negatief van aard, waarbij weinig oog is voor de krachten en sterktes van de cliënt. Ook voor mij was dit van toepassing. Totdat mij het boek ‘Positieve cognitieve gedragstherapie’ van F. Bannink (2012) als verplichte literatuur werd opgegeven bij de basiscursus cognitieve gedragstherapie en ik zo tot (mooie!) nieuwe inzichten kwam.
Positieve psychologie is niet kort gezegd enkel het belichten van het positieve, waarbij geen ruimte is voor de klachten die iemand ervaart. Maar het ondersteunt het idee dat we ons soms blind kunnen staren op iemand zijn klachten en daarbij de vaardigheden, sterktes en hulpbronnen kunnen vergeten. En dit laatste is juist zo belangrijk bij het bewerkstelligen van verandering.
Het sterkteperspectief
Het sterkteperspectief van Saleebey (2007) gaat ervan uit dat iedereen bezit over sterktes die ingezet kunnen worden om de kwaliteit van leven te bevorderen, ongeacht de moeilijkheden waar iemand tegenaan kan lopen. De motivatie van cliënten wordt merkbaar groter door een constante focus op sterktes. En positieve psychologie ondersteunt dat elke omgeving, zelfs de meest troosteloze, hulpbronnen kent. Het mooie van de positieve psychologie vind ik dat de aandacht gefocust wordt op wat er al wél goed gaat: op de uitzonderingen, successen en sterktes van de cliënt. Door dit aandacht te geven, kunnen deze aspecten een stevig fundament vormen en neemt veerkracht toe.
Opwaartse spiraal
De positieve psychologie geeft hoop. En hoop zorgt voor een opwaartse spiraal. De aandacht voor positieve aspecten neemt toe, zodat je liefde, dankbaarheid en onder andere kracht kunt voelen en verbondenheid met belangrijke anderen toeneemt. Zou jij dit ook graag vaker willen toepassen?
Wanneer je een sprankje hoop wilt (terug)krijgen, zelfs als het om een crisissituatie gaat, houd dan de volgende vragen in je achterhoofd:
- Wat hielp in het verleden, al was het een klein beetje?
- Hoe lukte het je om te gaan met alles wat er gebeurt en gebeurd is?
- Hoe lukt het je om van het ene moment in het andere te komen?
- Zou de situatie slechter kunnen zijn dan deze is?
- Hoe komt het dat ze niet erger is dan ze is?
- Wat zeggen mensen om je heen wat je wel goed doet, zelfs als het slecht gaat?
- Stel dat je over 10-15 jaar, wanneer het beter gaat, terugkijkt op vandaag, wat zou je dan geholpen hebben?
- Stel er zou een oplossing zijn, welk verschil zou dat dan maken?
- Wat zou er anders zijn en, vooral, beter?
Hetgeen we water geven kan groeien en verder bloeien. Met meer focus op wat cliënten in hun leven willen veranderen, ons meer te richten op wat al goed gaat, iemands sterktes, hulpbronnen, progressie, hoop en vertrouwen, kan zelfs het kleinste zaadje transformeren tot een mooi volgroeide bloem.