Acceptatie: een kernproces in de ACT hexaflex

Als startend psycholoog kan een breed scala aan therapeutische technieken een gevoel van houvast geven in de therapie. Een effectieve en veelzijdige methode is Acceptance and Commitment Therapy (ACT). ACT is een wetenschappelijk onderbouwde, evidence-based benadering die zich richt op het vergroten van psychologische flexibiliteit (veerkracht) en daarmee het verminderen van psychisch lijden.

In deze blogserie leer je als therapeut/hulpverlener hoe je patiënten kunt helpen met het ontwikkelen van ACT-vaardigheden om hun psychologische flexibiliteit mee te vergroten. De volgende onderwerpen komen aan bod:

Aan het einde van iedere blog zijn er ‘praktijksituaties’ waarbij je kan oefenen met het toepassen van ACT in de praktijk. Er is ook een blogserie over essentiële CGT-vaardigheden.

Illustraties door Zowie van den Goorbergh




De vorige blog ging over de basisprincipes van ACT, en hoe bij patiënten de wens voor controle en het uit de weg gaan van (emotionele) pijn klachten juist in de hand werkt of verergert. Er is een zestal vaardigheden die geleerd kan worden om veerkrachtiger te worden, zodat er op een meer flexibele manier kan worden omgegaan met de pijn en veranderingen in het leven. In deze blog staat een van deze zes vaardigheden, acceptatie, centraal.

Acceptatie betekent in dit opzicht het openstellen voor gedachten en gevoelens zonder de wens deze te veranderen of uit de weg te gaan. Of de gedachten en gevoelens nu pijnlijk zijn of niet, openstellen betekent dat je ze in hun totaliteit laat komen en weer laat gaan. Het gaat over het bewust zijn van dat wat er gebeurt. Het is het volledig toelaten van alles wat in je omgaat, een openstellen voor zelfs de meest moeilijke gedachten en meest verboden gevoelens.

Acceptatie en defusie

Over het algemeen wordt binnen de ACT gesproken over acceptatie als het gaat over het toelaten van emoties, lichamelijke sensaties en impulsen. De term defusie wordt gebruikt voor het kunnen zijn met alle gedachten, beelden en herinneringen. Defusie wordt in de volgende blog verder uitgewerkt.

Wat acceptatie niet is

Accepteren wordt in het dagelijks taalgebruik wel als synoniem gebruikt voor ‘verdragen’, ‘overgeven aan’, ‘berusten’, ‘loslaten’, of ‘opgeven’. Accepteren wordt op die manier ervaren als een passief werkwoord. Binnen de ACT is accepteren echter juist een actieve handeling: het is een bereidheid om heel bewust te observeren, zonder oordeel, van dat wat er in je om gaat. Het betekent dus niet dat een patiënt een persoon die hij is verloren moet leren ‘loslaten’. Het gaat om het kunnen zijn met het verdriet zonder het te veroordelen, weg te maken of te negeren, hoe zwaar het ook is.

De onvermijdelijkheid van pijn

Pijn hoort bij het leven: een scheiding of relatiebreuk, ontslag, ontwenningsverschijnselen, de confrontatie met de dood van dierbaren. Het is dat wat gebeurt en waar je niets aan kan doen en tegelijkertijd allerlei emoties oproept. Emoties zoals verdriet bij verlies, of boosheid als iemand jou iets aan doet. Als je pijn of emoties in je leven niet mag hebben van jezelf, of je moet er zo snel mogelijk vanaf, dan ontstaat er lijden.

Lijden is het verzet tegen de pijn, tegen emoties, tegen de realiteit. Lijden kan de vorm aannemen van altijd maar positief denken, gevoelens wegdrukken of negeren, zeggen tegen jezelf dat je je niet moet aanstellen, of jezelf verdoven met alcohol, drugs, seks, shoppen. Pijn wordt lijden als de pijn van het leven wordt ‘bestreden’ met controle en vermijding. Maar pijn kan je niet bestrijden in het leven. Als je het probeert weg te maken, dan komt het op een andere, nare manier weer terug. Hoewel je de pijn in je leven niet kan tegengaan, kan je wel het lijden verminderen door op een andere manier te leren omgaan met de pijn.

De evolutie van emoties

Dat willen controleren en vermijden is begrijpelijk – in de eerste ACT blog ga ik hier dieper op in. Ons instinct zegt dat we zo snel mogelijk af moeten van alles wat negatief is, want dat is potentieel gevaarlijk voor onze overleving. Dat ‘er vanaf moeten’ doen we door er tegen te vechten of door het uit de weg te gaan (fight or flight).

Een alternatief voor vechten of er van weg gaan is stilstaan. Dit betekent dat je je bewust bent dat het gevaar niet werkelijk is en dat je overleving niet op het spel staat, ook al is je angstreactie geactiveerd. Je gaat niet dood als je ontzettend verdrietig bent, je overleeft de woede naar je moeder toe wel, en gedachten over je kind iets aandoen betekent niet dat je het ook daadwerkelijk gaat doen. En ook elke fantasie of elk verlangen dat je hebt is een weggaan uit of bestrijden van het moment zelf. Pas bij het stilstaan is er ruimte voor acceptatie.

Hoewel emoties en gevoelens veelal als synoniemen van elkaar worden gebruikt, is het verschil dat emoties de lichamelijke sensaties zijn (zoals een verhoogde hartslag, zweten, vernauwde blik, bloed naar de benen) en gevoelens de bewustwording van deze lichamelijke sensaties. Als we er bewust van zijn, dan kunnen we het benoemen (als angst, in dit geval).

Ook een belangrijk besef is dat ons lijf niet is gemaakt om gelukkig te zijn. We hebben een sterke neiging tot willen controleren, vasthouden, en denken dat als we maar hard genoeg ons best doen, we ons vanzelf wel goed gaan voelen. Maar ons lijf is niet gemaakt om gelukkig te zijn, het functioneert om te overleven. Dat is de reden dat er meer ‘negatieve’ dan ‘positieve’ emoties zijn. En emoties hebben verschillende functies, allemaal gericht op jezelf en anderen een signaal geven dat er iets gebeurt dat voor jou van belang is.

‘Positieve’ en ‘negatieve’ emoties

Hoewel er een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘positieve’ emoties (vreugde, liefde, trots) en ‘negatieve’ emoties (woede, angst, verdriet, schaamte), loont het om voorzichtig te zijn met het gebruik van deze termen. ‘Negatief’ suggereert dat het slecht is, ‘positief’ suggereert dat het goed is. Maar emoties zijn emoties, bedoeld als signalen van het lichaam naar het brein toe dat er iets van belang is dat op dit moment gebeurt.

Als boosheid als een ‘negatieve’ emotie wordt gelabeld, dan lijkt het slecht om boosheid te voelen. Maar boosheid heeft een hele belangrijke functie: het mobiliseert het lichaam tot vechten, zodat het zichzelf kan verdedigen tegen gevaar. Hoewel we in de maatschappij met z’n allen hebben afgesproken dat verbaal en fysiek geweld niet oké is (tenzij er wederzijds akkoord is, zoals tijdens een bokswedstrijd), is het wel nodig dat door middel van assertiviteit (opkomen voor jezelf) toch op een constructieve manier grenzen kunnen worden aangegeven naar de ander toe (Goleman, 2007).

De behoeften van emoties

Elke emotie in het lichaam is een reactie op een ‘trigger’. De trigger kan een voorbeeld van de ‘pijn’ in het leven zijn, zoals het precieze moment dat je er achter komt dat je partner is vreemdgegaan. De emotie mobiliseert het lichaam vervolgens om iets te doen. Het heeft een zogenaamde ‘actietendens’, een ‘beweging’ die het wil maken. Om dit duidelijk te maken, heb ik in Tabel 1 van een aantal basisemoties (Ekman, 2008; Frederick, 2014) deze actietendens uitgeschreven als een behoefte, dus van wat de emotie als signaal afgeeft. CGT-fanaten zullen dit herkennen als de vier ‘B’s’ (blij, bang, boos, bedroefd):

Tabel 1. De lichamelijke sensaties en behoeften van de basisemoties. 

Daarnaast komt elke emotie als een golf: het dient zich aan, wordt groter, slaat neer, en trekt zich dan weer terug. Deze natuurlijke golfbeweging van de emotie is belangrijk om volledig te doorvoelen, zodat het zich weer terug kan trekken. Dat betekent niet dat het nooit meer terugkomt. Net als de zee blijven de golven komen. Dat is het leven.


Luisteren naar je lichaam

Bovenstaande emoties worden niet door iedereen gevoeld wanneer ze zich aandienen in het lichaam. Emoties kunnen worden genegeerd, vermeden, vervormd, of onderdrukt – in de psychodynamische literatuur heet de manier waarop dit gebeurt ‘afweer’: de emoties worden afgeweerd omdat ze om een bepaalde reden verboden zijn (geworden). Het gevolg is echter niet dat de emotie weer weg gaat, zoals bij een golf. Sterker nog, de ongevoelde emotie neemt veelal toe in intensiteit waardoor je nog harder moet gaan afweren. Dit kan zich uiten in stress, onrust, of lichamelijke klachten. Er zijn onderzoeken bekend dat met name ongeuite woede leidt tot aanhoudende lichamelijke klachten, zoals chronische pijn, en dat het toelaten van deze woede de lichamelijke klachten doet afnemen (Sarno, 1999; Schubinger, 2010).

Waarom zijn ‘negatieve’ emoties voor sommigen dan zo beladen?

De ‘regels’ binnen de opvoeding en de cultuur spelen een grote rol in hoe mensen naar emoties kijken. Ik noemde net al hoe we als cultuur met boosheid omgaan, maar de rol van opvoeding is mogelijk nog groter in hoe men emoties beleeft.

Als een veulen wordt geboren, dan kan het vrijwel gelijk lopen. Het kan direct vluchten voor een roofdier. Een ‘mensenbaby’ is de eerste jaren volstrekt afhankelijk van zijn ouders/opvoeders. Het grootste gevaar voor mensen is dan ook niet een roofdier, maar het verlies van de relatie met de ouders. Als zijn ouders hem verlaten, dan overleeft hij het niet. Een baby of jong kind past zich daarom volledig aan aan de ouders om de relatie te behouden. Hoe het kind dat doet wordt ‘hechting’ genoemd. John Bowlby heeft hier in de jaren ’60 veel onderzoek naar gedaan.

Elk kind ervaart heftige emoties, en de opvoeding is waar het van de ouders leert hoe hier mee om te gaan. Hoe de ouders hier mee om gaan bepaalt hoe het kind zijn emoties beleeft. Als een kind keer op keer te horen krijgt dat het zich niet moet aanstellen als het huilt, of als het kind ziet dat de ouder gespannen raakt wanneer het zijn boosheid laat zien, dan leert het kind dat het eng kan zijn om emoties te voelen. Als dit heel vaak gebeurt worden emoties op een onbewust niveau beleefd als iets om te vermijden of te controleren.

Wat is er nodig om te accepteren?

Terug naar het leren accepteren binnen het ACT-model. In Tabel 1 staat bij de basisemoties een aantal lichamelijke sensaties en impulsen beschreven. Het volledig kunnen toelaten en observeren van deze sensaties en impulsen terwijl ze zich voordoen, is de vaardigheid die wordt getraind binnen ACT. Om dit te kunnen doen is bewustwording nodig. Bewustwording, zodat emoties gevoelens kunnen worden.

Omdat acceptatie pas kan plaatsvinden na bewustwording, kan het pas worden ervaren wanneer het duidelijk is voor de patiënt dat er werkelijk geen controle bestaat over de omstandigheden die leiden tot gevoelens, lichamelijke sensaties, en impulsen. Pas als dat besef er is, ontstaat er ruimte voor de mogelijkheid om zich open te stellen en te accepteren. Daarom is het van belang, zoals staat beschreven in het boek Time to ACT! (Batink & Jansen, 2014), dat de ‘creatieve hopeloosheid’ zo groot mogelijk is. Zie de vorige blog voor hoe je dat kan bereiken.

Om de patiënt te kunnen leren accepteren kan het dus helpen om terug te komen op de onwerkzaamheid van het uitoefenen van controle op omstandigheden en emoties. Acceptatie en bereidheid alles toe te staan kan dan worden gezien als alternatief voor controle uitoefenen en het verzetten tegen de pijn, als manier om het lijden te verlichten. Als het de patiënt vervolgens lukt om omstandigheden, gevoelens en impulsen te accepteren, dan komt er ruimte om stil te staan bij behoeften en na te denken over wat belangrijk is: de waarden.

Oefeningen om te leren accepteren

Acceptatie betekent bewustwording en toelaten van emoties, lichamelijke sensaties en impulsen. Om dit te ontwikkelen is het belangrijk om de patiënt te helpen met het bewust maken van wat er gebeurt in het lichaam. Informatie over wat emoties zijn en wat het belang er van is, zoals beschreven in deze blog bijvoorbeeld, is een eerste stap om de bewustwording te vergroten en emoties weer te normaliseren. Het is belangrijk dat de patiënt begrijpt dat het er niet om gaat om gevoelens leuk te gaan vinden, maar dat hij zich er voor open leert stellen. Dat het normaal is om gevoelens te hebben, ook de gevoelens die pijnlijk zijn, omdat dit hoort bij het mens-zijn.

Een volgende stap gaat over het actief opmerken van wat er gebeurt in het lichaam. Harris (2014) beschrijft de houding die daarbij door de patiënt kan worden aangenomen als ‘observeren als een nieuwsgierige wetenschapper’. Je probeert de patiënt te motiveren dat hij er naar toe wil in plaats van er vanaf. Je kan dat doen door bijvoorbeeld een situatie met de patiënt te bespreken waarin hij (sterke) gevoelens ervaarde.

Vervolgens kan je de patiënt bij het vertellen erover vertragen of stilzetten door tegen hem te zeggen: ‘merk eens op waar dat gevoel zit in je lichaam. Waar voel je dit het sterkst?’, of ‘probeer wat ruimte te geven aan dit gevoel’, of ‘kan je eens kijken of het je lukt om dit gevoel toe te staan, zonder het te veroordelen?’. Een alternatief is om een irritant geluid te luisteren met de patiënt, net zo lang tot hij er aan gewend is. Zo leert hij met vervelende triggers te zijn zonder er voor weg te gaan. Een actieve manier dus om de patiënt te leren accepteren om gevoelens op te roepen, en er mee proberen te zijn, het te dragen.

Om de bewustwording rondom emoties verder te vergroten wordt binnen ACT gewerkt met mindfulness- en meditatieoefeningen. Dit zijn krachtige oefeningen om het contact met het huidige moment (zie ook blog 4) te vergroten. Door een emotie zijn natuurlijke golfbeweging af te laten maken en er niet langer tegen te vechten, blijft er meer energie over dat besteed kan worden aan het leven naar waarden (zie hiervoor blog 6 en 7). Emoties bepalen namelijk niet het gedrag van de patiënt. Een oefening om dat te onderzoeken tijdens de therapie kan zijn dat je de patiënt vraagt om zijn armen en benen te bewegen tijdens een sterke emotie die hij op dat moment voelt. Zo kan hij ervaren dat, ondanks zijn sterke emotie, hij toch controle heeft over wat hij doet. Zo kan hij leren leven naar zijn waarden, ondanks de emoties die hij ervaart.
Touwtrekken met duivel ACTOok het gebruik van metaforen kan helpen de patiënt bewust te maken van hoe hij met emoties en de pijn in het leven omgaat. Een veelgebruikte metafoor gaat over touwtrekken: in feite is het vechten tegen de pijn vergelijkbaar met touwtrekken met een monster aan de overkant van een ravijn. Je denkt dat als je niet hard genoeg trekt, je in het ravijn terecht komt. Maar hoe harder je trekt, hoe harder het monster trekt, en je kan het niet winnen. Het idee is dat wanneer je het touw zou loslaten, dat het monster weliswaar heel hard gaat schreeuwen, maar dat is dan ook het enige wat het monster kan doen. Hij staat aan de overkant van het ravijn. Als je stopt met touwtrekken, hoef je ook niet meer bang te zijn dat je het ravijn in valt. Het gebrul van het monster kan je ter kennisgeving aannemen, waarna je overgaat tot de orde van de dag (dit is een ingekorte versie van de metafoor in Hayes et al., 1999).

Bronnen

  • Ekman, P. (2008). Gegrepen door emoties. Nieuwezijds B.V.
  • Frederick, R.J. (2014). Omarm je emoties. Boom.
  • Goleman, D. (2007). Destructieve emoties. Een dialoog met de Dalai Lama. Atlas Contact.
  • Harris, R. (2010). Acceptatie en commitment therapie in de praktijk. Hogrefe.
  • Hayes, S.C., & Strohsal, K.D., & Wilson, K.G. (1999). Acceptance and Commitment Therapy: An Experiental Approach to Behavioural Change. New York: The Guilford Press.
  • Jansen, G. & Batink, T. (2014). Time to ACT!. Thema.
  • Sarno, J.E. (1999). The mind-body prescription. Healing the body, healing the pain. Little, Brown and Company.
  • Schubiner, H. (2010). Unlearn your pain. Mind Body Publishing.

Praktijksituaties

Praktijksituaties 1
Als je aan Arno vertelt dat een onderdeel van de therapie is dat hij gaat leren om gevoelens te accepteren, onderbreekt hij jou en zegt hij dat hij al heel lang ‘gevoelens verdraagt’, maar dat hij die gevoelens nog steeds niet leuk vindt om te hebben. Hoe reageer je?

Antwoord

Therapeut: Begrijpelijk! Het voelen van je emoties ook niet altijd leuk, en het doel van de behandeling is ook niet dat je dat wel leuk gaat vinden. Het doel is om gevoelens te kunnen zien voor wat ze zijn, als golven die komen en gaan, zonder dat je er een oordeel over hebt dat het goed of slecht is. Wat vind je daar van als ik dat zeg?

Praktijksituatie 2:
Focus je op dit moment, nu je dit aan het lezen bent. Neem de tijd om stil te staan bij wat je voelt. Kan je je hart voelen kloppen? Hoe snel is je ademhaling? Kan je afdalen naar je lichaam en je gevoelens in je lijf voelen? Welke gevoelens zijn er, kan je er een naam aan geven?

Antwoord

Practise what you preach.

Praktijksituatie 3
Je vraagt aan Natasja een situatie te beschrijven waarin ze een sterke emotie voelde. Je merkt dat Natasja maar blijft doorpraten over de situatie, en je krijgt het idee dat ze niet aan het voelen is. Wat zou je kunnen zeggen om haar stil te zetten?

Antwoord

Therapeut: Natasja, ik zet je even op pauze. Ik merk dat je veel praat en krijg het idee dat je niet voelt. Kan je beschrijven wat er gebeurt in je lichaam op dit moment?

Praktijksituatie 4
Matthijs vertelt dat hij wel bereid is om zijn emoties te accepteren, maar dat hij wil leren zodat hierdoor zijn klachten minder worden. Dit wordt wel ‘pseudo-acceptatie’ genoemd omdat het juist een vorm is van controle uitoefenen en niet van werkelijk accepteren. Wat zou je tegen hem kunnen zeggen?

Antwoord

Therapeut: Je wens dat je klachten minder worden is goed te begrijpen, wie wil dat nou niet? Het accepteren van je gevoelens kan weliswaar maken dat je klachten minder worden, maar dat is niet het doel. Het doel is dat je een andere relatie ontwikkelt met je emoties, dat je ze kan zien voor wat ze zijn zonder ze te veroordelen. Het is mogelijk dat als je daar meer rust in vindt, je meer energie overhoudt om naar je waarden te leven.

Praktijksituatie 5
ACT vaardigheden staan allemaal met elkaar in verbinding. Lukt het jou om Acceptatie te verbinden met de andere vaardigheden van de hexaflex (zie blog 1)? Probeer een link te zien tussen de vaardigheden.

  • Defusie – …
  • Contact met hier en nu – …
  • Waarden – …
  • Toegewijd handelen – …
  • Zelf-als-context (observerend zelf) – …

Antwoord

  • Defusie – openstellen voor wat er van binnen gebeurt
  • Contact met hier en nu – bewustwording van dat wat er is
  • Waarden – de behoeften vanuit emoties uiten zich in wat belangrijk is
  • Toegewijd handelen – door niet langer te vechten tegen de emotie blijft er energie over dat besteed kan worden aan leven naar waarden
  • Zelf-als-context (observerend zelf) – bewustwording creëren door jezelf te zien als iets dat observeert

Praktijksituatie 6: 
(Naar Frederick, 2014) Zoek een rustige pek waar je niet wordt afgeleid, waar je vrij bent om af te stemmen op wat er bij jou vanbinnen gebeurt. Ga in een comfortabele, ontspannen houding zitten. Zoek voor elk van de hierna beschreven gevoelens een periode in je leven waarin je deze gevoelens sterk beleefde. Als het moeilijk is om een herinnering te vinden, probeer je dan een scenario voor te stellen dat een bepaalde reactie bij je zou oproepen. Visualiseer je gekozen moment zo veel mogelijk in detail. Terwijl je jezelf onderdompelt in deze ervaring, let er dan goed op wat er zich in je lichaam afspeelt – in je hoofd, gezicht, nek, schouders, rug, borst, armen, maag, benen, overal – en beschrijf de fysieke signalen die je bij jezelf opmerkt.

  1. Boosheid. Probeer je te herinneren toen je een keer onrecht werd aangedaan, toen je rechten niet werden gerespecteerd of toen jij of iemand die je daar is, onheus werd bejegend. Stel je voor dat je herhaaldelijk wordt tegengewerkt om een doel te bereiken. Wat gebeurt er in je lijf, wat merk je op? Welke fysieke sensaties neem je waar?
  2. Verdriet. Probeer je een situatie te herinneren waar je verlies ervaarde. Misschien is er iemand overleden, werd een relatie beëindigd of is er een dierbaar iemand die je op de een of andere manier heel erg heeft teleurgesteld. Of stel je voor dat iemand die je liefhebt intens lijdt, afscheid moet nemen van een huisdier of afscheid moet nemen van een geliefde voor langere tijd. Hoe reageert je lichaam? Wat merk je fysiek op?

Antwoord

Practise what you preach.

Praktijksituatie 7
Binnen ACT wordt veel gewerkt met metaforen. Kan je er een bedenken rondom het negeren van je gevoelens, hoe die vervolgens oplopen, en hoe dat tot problemen kan leiden?

Antwoord

  • Binnen de ACT wordt de metafoor van de kledingkast gebruikt: je kan je kleding (emoties) in een kast stoppen en de deur dicht doen, maar hoe meer kleding je erin propt, hoe moeilijker het wordt om de kleding binnen te houden.
  • Een andere metafoor is die van de zwerver op een feestje. Stel, je geeft een feest en al je vrienden zijn uitgenodigd. Maar continu wordt er aangebeld en op de ramen geklopt door een zwerver (ongewenste emotie). Als je die met man en macht buiten probeert te houden dan kan je niet genieten van je feestje (leven). Het alternatief is dat je hem binnen laat, ook al stinkt hij en doet hij rare dingen. Je kan in ieder geval weer genieten van je feestje.

Praktijksituatie: 8
Probeer de volgende oefening eens uit met je patiënt aan het begin van de sessie:

  1. Ik wil je uitnodigen om recht te gaan zitten, met rechte rug, en je voeten plat op de vloer.
  2. Je kunt je ogen sluiten of richten op een punt in de kamer.
  3. Adem een paar keer diep in en uit.
  4. Loop in gedachten langs je lichaam, van hoofd tot tenen.
  5. Let op de sensaties in je hoofd.. keel.. nek.. schouders.. borst.. buik.. armen.. handen.. benen.. voeten.
  6. Zoom in op het deel van je lichaam waar het gevoel het meest intens is.
  7. Laat je gevoelens er zijn. Probeer ze niet te veranderen. Observeer ze alleen.
  8. Als er een moeilijk gevoel opkomt, zoals angst of rugpijn, erken het dan gewoon. Zeg in stilte tegen jezelf: ‘Dat is een pijnlijk gevoel in mijn rug’, of ‘Er is nu een gevoel van angst’.
  9. Rek je uit en voel dat je je uitrekt.
  10. Welkom terug! Hoe was dit voor je?

Antwoord

Oefen dit met een patiënt. 

Praktijksituatie 9
Wat denk je dat het effect is op de positieve emoties als de negatieve emoties onderdrukt worden?

Antwoord

Als negatieve emoties worden onderdrukt, gebeurt dit veelal ook met positieve emoties. Je kan dit merken aan patiënten doordat ze erg ‘vlak’ zijn, of je ziet dat ze weinig verbinding met zichzelf maken en daardoor dit ook niet goed kunnen met een ander (jou). Je kan het ook merken aan dat de patiënt vooral veel aan het praten is, joviaal is in het contact, of alleen kan praten over koetjes en kalfjes praten. Als iemand zijn negatieve emoties onderdrukt kan dat leiden tot somberheid of een ‘gevoel’ van leegte.

Praktijksituatie 10
Bedenk een huiswerkoefening voor patiënten om thuis te kunnen oefenen met het toelaten van moeilijke gevoelens.

Antwoord

  • Probeer eens te verkennen wat jouw pijn is, en wat jouw lijden is. Hoe ga jij om met de pijn in je leven?
  • Probeer aankomende week alert te zijn op wat je aan gevoelens vermijdt, en probeer dit eens te verkennen. Kan je bereid zijn dit toe te laten?
  • Schrijf een brief naar degene toe die jou boos maakt. Schrijf alles op wat je zou willen zeggen en doen met die persoon. Verstuur de brief niet.

🙋Stel je eigen vraag aan Gerrie!

Loop je zelf tegen situaties aan in de praktijk waar je niet uitkomt? Stel je vraag direct aan Gerrie Bloothoofd door te mailen naar redactie@vlokhovenopleidingen.nl. Hij zal je persoonlijk helpen met jouw praktijksituatie.

Gerrie Bloothoofd

Gerrie Bloothoofd

Gerrie Bloothoofd is gz-psycholoog en auteur van het boek 'Fundamentele vaardigheden in gesprekstherapie'. Hij is werkzaam als therapeut bij Transparant – Centrum voor geestelijke gezondheidszorg en als onderwijskundig adviseur bij Vlokhoven Opleidingen.

Categorie: Blog Oefenmateriaal

Naar kennisbank